Eind oktober was ik in Engeland. In Cornwall om precies te zijn: een Bretagne-achtige punt Britsheid, waar de zee nooit ver weg is. Op veel plekken is het schilderachtig mooi. Een van die plekken heet Boscastle. De zee beukt er tegen hoge kliffen, de huisjes lijken honderden jaren oud en een nietsvermoedend riviertje stroomt naar de woeste baren.
Een plaatselijke middenstander hield het voor gezien: de gehele inboedel van het winkeltje Cornish Rambler -voor al uw windjacks, wandelschoenen en zonnekleppen- was in de ramsj. Alles voor de helft! Een zonneklep was niet nodig gezien het jaargetijde, windjacks zijn ANWB-debiel en ondanks dat mijn zeeblauwe Adidassen vanwege een short cut door een weide koeienvlaaigroen kleurden, was ik nog zeer in mijn nopjes met ze.
Maar ja. Vijftig procent korting! Geen Hollander die dat weerstaat. Toch maar even kijken, dus. Tussen al die dingen die ik niet nodig had hingen jassen die ik ook niet nodig had, van het merk Weird Fish. De naam alleen al… het model was een soort kruising tussen de traditioneel Engelse wax coat en iets modieuzers, met enorm veel zakken, een fijne opzetbare kraag, en in twee van mijn favoriete kleuren: ik-loop-door-het-herfstige-bos-met-mijn-geweer-over-mijn-schouder-wat-zie-ik-daar-is-het-een-hert-bengbengbeng-bruin en potverdomme-wat-kan-het-hier-toch-vervaarlijk-spoken-maar-het-einde-van-deze-atlantische-oversteek-komt-in-zicht-het-is-pompen-of-verzuipen-grijs. Maar ik had dus al een jas. En ons bent zuuneg.
De twee volgende dagen ging er geen uur voorbij of ik moest denken aan de Weird Fishes. Wat zou zo’n ding me als gegoten zitten, wat zou ie goed staan, wat fijn dat ik er ook mee in de regen zou kunnen lopen en alles wat ik ooit meesleep plus méér zou in al die zakken passen! Bovendien, alleen een domme sukkel had een buitenkansje als dit laten hangen. Hopelijk was het nog niet te laat.
Dat was het dus wél, zo bleek toen ik weer naar Boscastle gereden was. Nog welgeteld één jas was er over, in een maat zo groot dat mijn gehele gestalte, behalve enkels, voeten en kruin verzwolgen werd. Bummer! Mezelf hartgrondig vervloekend reed ik terug. De rest van de week liep ik tot verwondering van vrouw & kinderen in ieder plaatsje kledingwinkels in, met een verbetenheid die ze normaliter alleen van mij kennen wanneer het slager, slijter of visboer betreft. Natuurlijk ving ik in iedere zaak bot.
Eenmaal weer thuis zette de obsessieve zoektocht zich online voort. Hier en daar was De Jas wel te vinden, maar zelden in de juiste maat en nooit voor een prijs die recht deed aan mijn schrapersziel. Tot, in de week vóór Sinterklaas nog wel, de fabrikant zélf een restant in de uitverkoop deed. Mijn (geschatte) maat was alleen nog in zeegrafgrijs beschikbaar en inclusief verzendkosten werd het allemaal lang niet zo voordelig als het in dat gehucht aan zee geweest zou zijn, maar de mogelijkheid deze materiële zielenkras ongedaan te maken, liet ik niet passeren.
Vandaag werd mijn Weird Fish eindelijk bezorgd. Te laat voor de Sint, maar hij past goed, staat fantastisch, schrikt niet van winterse regen en ik heb haast geen boodschappentassen meer nodig. Het liefst hou ik ‘m ook binnenshuis aan en trouwens, die Brexit is stom en moet niet doorgaan.